Waar : Thusis

Wie : Henk, Frank en John.
Gereden : Hoogte :
Glaspass 1845 m
Splügenpass 2042 m
San Bernadinopass 2145 m
Malbun 1600 m
Furkajoch 1761 m
Albulapass 2315 m
Julierpass 2284 m

Woensdag 31 juli

Vandaag vertrokken naar het Zwitserse Thusis voor een paar dagen fietsen met broer Henk en Frank.
Na een redelijk voorspoedige reis kwamen we aan in ons prima hotel.
Frank en ik hadden wel trek in een ritje en besloten de Glaspass te gaan doen.
Dit is een lastige klim met een lengte van 13 km.

Net buiten het dorp Thusis begint de klim en het is een brede weg van prima asfalt die met met slechts een paar bochten naar boven loopt.
De laatste 3 km worst de weg smal en steil.
Er is een kilometer van 12% gemiddeld en dat is inderdaad te merken.
Je moet hier echt duwen en het is lekker afzien geblazen.
Boven staat een miniscuul bord (van een plaatselijke knutselaar) met de hoogte van 1845 meter.

De afdaling is helemaal te gek. Ik ben niet zo'n daler, maar deze loopt fantastisch.
Klim krijgt half puntje extra voor de afdaling.

Het was vandaag 26 km met 1055 hoogtemeters.

Mooi begin van de klim. Zeer steile stukken in het bos. Erg klein bordje op de top.

Donderdag 1 augustus

Vandaag de klim die al heel lang op mijn verlanglijstje stond, de Splügenpass.
De aanloop is behoorlijk pittig. Er dient een afstand van 25 km overbrugt te worden waarin 700 hoogtemeters.
In het dorp Splügen (alleen maar steentjes) kun je linksaf naar de Splügenpass.
Deze klim is werkelijk schitterend. Er zitten 27 haarspeldbochten in en je hebt steeds uitzicht op de bochten beneden.
De klim loopt lekker. Alleen de tegenwind is onze vijand vandaag.

Onderweg maak ik behoorlijk wat foto's en ik betrap ook Frank op het schieten een paar plaatjes.
Boven is er niet veel te doen. Wat toeristen en een verdwaalde fietser.

We besluiten af te dalen en in Splügen wat te gaan eten.
Na een heerlijk ravioli gaat Henk terug naar het hotel en ik ga verder met Frank naar de San Bernadinopass.
Dit is nog even 19 km verder, maar blijkt zeker de moeite waard te zijn.
Het begint met een serie haarspeldbochten in het bos en later komen er nog heel wat bochten bij in het open stuk.
Dit ziet er heel bijzonder uit. Er staan wat militaire gebouwen en boven staat een hospice, gelegen aan een strak blauw meer.
Ja, deze is ook weer heel mooi.
Ik besluit nog even een stukje Italië in te fietsen, maar die kant is niet zo mooi als de Zwitserse zijde.

Na een waterpauze duiken we naar beneden terug naar Thusis.
Terug in het hotel staan er 115 km en 2055 hoogtemeters op de teller.

Henk op de Splügenpass. Overzicht op bochten van de Splügenpass. Op de San Bernadinopass.

Vrijdag 2 augustus

Deze dag staat om het teken van het vorstendom Liechtenstein, waar maar 1 klim te vinden is die er toe doet.
Dit is de zware klim naar het dorp Malbun.
Henk heeft deze dag aangekruist in zijn agenda, omdat hier een "länderpunkt" te halen is.

We rijden met de bus naar het dorpje Vaduz en parkeren onder aan de voet van de klim.
Het is wederom bloedheet en met een vracht water bij ons beginnen we aan deze lastige opdracht.
De klim is 13 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 8.55%.
Je rijdt van gehucht tot gehucht alvorens je boven het dorpje Malbun bereikt.
Lange tijd heb je zicht op het dal waar de Rijn de grens vormt tussen Zwitserland en Liechtenstein.

Onderweg staat een bord met daarop 24%. Gelukkig is dat een zijweggetje die wij niet hoeven te doen.
Halverwege is er een enorme tunnel met een stoplicht. Gelukkig is deze goed verlicht en redelijk te overzien.

Ik kom met Frank boven en we zoeken een terras voor een kop koffie.
Henk is achterop geraakt en belt na enige tijd waar we zitten.
Hij staat bij het plaatsnaambord van Malbun, maar moet nog een paar honderd meter verder klimmen.
Dit gaat niet van harte en totaal uitgepierd komt hij boven en ploft in een stoel. Het "länderpunkt" is binnen en missie is geslaagd.

Na een korte pauze belsuiten Frank en ik om verder te gaan naar Oostenrijk om daar de Furkajoch te doen.
We moeten nog wel even een kleine 30 km overbruggen naar de voet.
Er is een fraai fietspad langs de Rijn en we fietsen naar Rankweil tot de voet.
Henk gaat met de bus ons ondersteunen en we ontmoeten hem in het dorp.
De klim naar de Furkajoch is 21 km en beslaat 1300 hoogtemeters.
Het begin is goed te doen, maar de warmte is dit keer onze vijand. De temperatuur loopt op tot 30 graden Celsius.
Na het dorp Bad-Laterns begint het moeilijkste deel van de klim met kilometers van boven de 11% gemiddeld.
Henk is een voorbeeldig ploegleider en voorziet ons van water. Het is niet aan te slepen vandaag.

Als ik 2 kilometer onder de top ben komt de bus langs met Henk en Frank.
De energie bij Frank was helemaal op en hij kreeg de "man met de hamer".
Het laatste stuk is voor mij ook harken en verschrikkelijk lastig.
Op de top hebben de mannen al cola besteld en dat loopt er makkelijk in. Wat een smerige col is dit geweest.
We stappen in de bus en rijden terug naar Thusis.

Vandaag 75 km gefietst met 2640 hoogtemeters.

Start van de klim. Fraaie bochten naar Malbun. Halverwge de Furkajoch.

Zaterdag 3 augustus

Zaterdag 3 augustus

De eigenaar van ons hotel is erg gecharmeerd van de Abulapass en loopt deze al 2 dagen te promoten.
We zijn zeer benieuwd en willen dat vandaag gaan testen in het rondje met daarin ool nog de Julierpass.
Henk neemt rust, maar brengt ons wel even naar Tiefencastel, zodat we de 3 vervelende tunnels niet door hoeven.

We beginnen aan de klim van de Alublapass en na een eerste steile kilometer loopt deze klim 30 km door naar de top op 2315 meter.
Het is een zeer afwisselende rit met soms stevige stukken en soms ook vlakke gedeeltes.
Fraai is de in de rotsen uitgehakte weg halverwege en de spoorbruggen.

Ik haal een jongen in en we rijden het laatste deel samen op.
De jongen kotm uit Basel en dit is zijn eerste klim op de racefiets.
We praten wat over de omgeving en de immens parchtige natuur.
Boven is hij dolblij en wil hij op de foto.

We gaan op de top lekker in het zonnetje genieten van alles wat er daar gebeurd.
Er zijn motoren, oldtimers, wandelaars en behoorlijk wat fietsers.
Het is prachtig weer en we hebben zelfds geen jackje nodig voor de heerlijke afdaling richting Sankt Moritz.
In deze stad, bekend van de James Bond films, nemen we een terras om ons op te laden voor de klim naar de top van de Julierpass.

De klim is heftig in het begin en loopt steeds beter naarmate je verder komt.
Boven is het druk en rijdt een Duitse auto bijna de vouw uit mijn broek. Wat een idioten rijden er toch rond, ook hier.

De afdaling van een dikke 35 km naar Tiefencastel is in eerste instantie heerlijk. Goed wegdek en veel stukken waar je de remmen niet nodig hebt.
Onze Henkapie zou hier wel raad mee weten :)
Later krijgen we stukken met tegenwind waar we fors bij moeten trappen.
Vermoeid en voldaan komen we terug in Tiefencastel, waar Henk ons al weer staat op te wachten.
Terug naar het hotel voor een heerlijke koude versnapering en veel verhalen van onderweg.

De tocht vandaag was 103 km met daarin 1950 hoogtemeters.

Morgen weer naar huis en nagenieten van een paar heerlijke dagen fietsen vanuit een leuk dorp Thusis en een prima hotel "Weiss Kreuz".
De eigenaar wil natuurlijk weten of de Albulapass voor ons ook de mooiste is van Zwiteerland.
Ik moet hem teleurstellen en zeg hem dat de zowel de Gotthardpass als de Splügenpass toch echt veel mooier zijn.

Fraaie passages op Abulapass John op Abulapass. Frank op de Julierpass.