In de noordelijke Alpen ligt wellicht de meest bekende berg van Frankrijk, de Alpe d'Huez met een top van 1860 meter. |
Beoordeling : | |
Prima wegdek, 21 genummerde bochten, de "Nederlandse Berg". |
Alpe d'Huez is een wintersportplaats in de Franse Alpen vlakbij het plaatsje Bourg d'Oisans. De weg loopt via 21 bochten omhoog via de dorpen La Garde en Huez naar Alpe d'Huez. De meest beruchte en bekende klim naar Alpe d'Huez is de klim vanuit Bourg d'Oisans via de 21 haarspeldbochten. De bochten zijn genummerd van 21 tot 1 en hebben allemaal een naam. Alle winnaars van de etappes tijdens de Tour de France met aankomst op Alpe d'Huez, startend met Fausto Coppi in 1952, staan vermeld op een bord in de bochten. In 14 kilometer moet een dikke 1100 meter hoogteverschil worden overbrugd. Het gemiddelde stijgingspercentage is bijna 8 % en er zijn uitschieters van bijna 15 %. |
Eind 1800 begon met het aanleggen van de weg naar Alpe d'Huez. In 1881 werd La Garde en Huez bereikt en in 1923 liep de weg helemaal door tot Alpe d'Huez. Rond 1928 waren de eerste chalets klaar en kon men skieen op de flanken. In 1936 werd de weg 7 meter breed en was de klim met de 21 haarspeldbochten een feit. De Tour kwam voor het eerst omhoog in 1952 waar Coppi en Robic hun duel uitvochten. Coppi won. In 1968 werd de weg verbeterd voor de Olympische Winterspelen waar Alpe d'Huez gastheer was voor de bobslee onderdelen. De jaren hierna ontwikkelde Alpe d'Huez zich tot een groot wintersport oord met veel fraaie hotels en talrijke pistes. Sinds 2005 is het Italiaanse Bormio de zusterstad van Alpe d'Huez. |
Vanuit Bourg d'Oisans:
Klimgeiten Index: | 236 |
Top : | 1845 m |
Lengte : | 14,3 km |
Hoogteverschil : | 1127 m |
Gemiddeld stijgingspercentage : | 7.9 % |
Maximale stijging : | 14.8 % |
Haarspeldbochten : | 21 |
Bijzonderheden : | Bochten genummerd van 21 naar 1. Op bordjes staan winnaars van Tour etappes op Alpe d'Huez. |
Vanuit Rochetaillee:
Klimgeiten Index: | 198 |
Top : | 1845 m |
Lengte : | 22,2 km |
Hoogteverschil : | 1134 m |
Gemiddeld stijgingspercentage : | 5.4 % |
Maximale stijging : | 14.8 % |
Haarspeldbochten : | 15 |
Bijzonderheden : | Klim vanaf deze kant komt uiteindelijk uit voor bocht 6, waarna hetzelfde stuk als de klim vanuit Bourg d'Oisans moet worden beklommen. |
Wielerhistorie
De berg werd voor het eerst beklommen in de Tour de France van 1952 in de 10e etappe Lausanne - Alpe d'Huez en gewonnen door Fausto Coppi. Het was de eerste tourrit ooit waarbij de aankomst boven op een berg lag. De aankomst lag toen nog in het dorpje Huez, ongeveer halfweg de klim die nu tot de top wordt beklommen. De Nederlandse wielrenners waren in het verleden zeer succesvol op Alpe d'Huez. Bij de 26 aankomsten was acht maal een Nederlander de winnaar. Hennie Kuiper, Joop Zoetemelk en Peter Winnen wonnen ieder zelfs twee keer. De laatste Nederlandse winnaar was Gert-Jan Theunisse in 1989, die na een solo over ruim honderd kilometer (over Col du Galibier en Col de la Croix de Fer) met een minuut voorsprong op Pedro Delgado en Laurent Fignon aankwam. In 2010 was de Alpe d'Huez voor eerst aankomst tijdens het Critérium du Dauphiné. Alberto Contador (Spa) kwam als eerste op de top. In 2013 (de honderste Tour) werd de Alpe d'Huez twee keer beklommen in dezelfde etappe. In 2024 werd voor het eerst gefinisht op de Alpe d'Huez tijdens de Tour de Femmes. Demi Vollering kwam als eerste boven en won de slotetappe. Ze kwam uiteindelijk 4 seconden tekort voor de eindoverwinning. |
Jaar : | Eerste doorkomst : | Land: | Jaar : | Eerste doorkomst : | Land: | |
1952 | Fausto Coppi | 1995 | Marco Pantani | |||
1976 | Joop Zoetemelk | 1997 | Marco Pantani | |||
1977 | Hennie Kuiper | 1999 | Giuseppe Guerini | |||
1978 | Hennie Kuiper | 2001 | Lance Armstrong | |||
1979 | Joaquim Agostinho | 2003 | Iban Mayo | |||
1979 | Joop Zoetemelk | 2004 | Lance Armstrong | |||
1981 | Peter Winnen | 2006 | Frank Schleck | |||
1982 | Beat Breu | 2008 | Carlos Sastre | |||
1983 | Peter Winnen | 2011 | Pierre Rolland | |||
1984 | Luis Herrera | 2013 | Moreno Moser | |||
1986 | Bernard Hinault | 2013 | Christophe Riblon | |||
1987 | Federico Echave | 2015 | Thibault Pinot | |||
1988 | Steven Rooks | 2018 | Geraint Thomas | |||
1989 | Gert-Jan Theunisse | 2022 | Thomas Pidcock | |||
1990 | Gianni Bugno | 2024 | Demi Vollering | |||
1991 | Gianni Bugno | |||||
1992 | Andrew Hampsten | |||||
1994 | Roberto Conti |
Klimtijden
Tijdens het Critérium du Dauphiné van 2010 reed Alberto Contador een nieuw record op de Alpe d'Huez. Hij liet 37 minuten en 30 seconden klokken. De snelste beklimming stond op naam van de Italiaan Marco Pantani. Hij reed in 1997 naar een fabelachtige tijd van 37 minuten en 35 seconden. De Amerikaan Lance Armstrong kwam in 2004 maar 1 seconde te kort om de Pantani uit de boeken te rijden. Dat deed hij ook nog in een klimtijdrit, terwijl Pantani het deed aan het eind van een reguliere etappe. |
Monumenten
In bocht 14 van de klim staat een gedenksteen voor de Portugees Joachim Agostinho. De 1,5 meter hoge steen is van groen graniet en is geplaatst ter ere van het 100-jarig bestaan van Sporting Club de Portugal. De steen toont een beeltenis van de in 1984 bij een wielerwedsrijd omgekomen Agostinho, die in 1979 als eerste eindigde op de top van de Alpe d’Huez tijdens de Tour de France. Hij einidigde dat jaar overigens als derde in het eindklassement. |
Op de top van de Alpe d'Huez staat op een rotonde een monument ter ere van Fausto Coppi. Hij won in 1952 de eerste aankomst op de Alpe d'Huez tijdens de Tour de France. Het monument werd in 2003 geplaatst ter ere van het 100-jarig bestaan van de Tour. Ook wordt Coppi herdacht met zijn naam in bocht 21. |
De bochten
De 21 bochten zijn allen voorzien van namen van renners die een etappe naar Alpe d'Huez hebben gewonnen. Er is begonnen bij bocht 21 met Fausto Coppi (1952) en eindigd in bocht 1 met Guiseppe Guerini (1999). De latere winnaars zijn vervolgens weer toegevoegd vanaf bocht 21, zodat een aantal bochten van 2 namen zijn voorzien. |
Bocht : | Hoogte : | Naam renner(s) : | Jaar : |
21 | 806 m | Fausto Coppi | 1952 |
Lance Armstrong | 2001 | ||
20 | 880 m | Joop Zoetemelk | 1976 |
Iban Mayo | 2003 | ||
19 | 900 m | Hennie Kuiper | 1977 |
Lance Armstrong | 2004 | ||
18 | 922 m | Hennie Kuiper | 1978 |
Frank Schleck | 2006 | ||
17 | 965 m | Joaquim Agostinho | 1979 |
Carlos Sastre | 2008 | ||
16 | 980 m | Joop Zoetemelk | 1979 |
Pierre Rolland | 2011 | ||
15 | 1025 m | Peter Winnen | 1981 |
Christophe Riblon | 2013 | ||
14 | 1055 m | Beat Breu | 1982 |
Thibault Pinot | 2015 | ||
13 | 1120 m | Peter Winnen | 1983 |
Geraint Thomas | 2018 | ||
12 | 1161 m | Luis Herrera | 1984 |
11 | 1195 m | Bernard Hinault | 1986 |
10 | 1245 m | Federico Echave | 1987 |
9 | 1295 m | Steven Rooks | 1988 |
8 | 1345 m | Gert-Jan Theunisse | 1989 |
7 | 1390 m | Gianni Bugno | 1990 |
6 | 1480 m | Gianni Bugno | 1991 |
5 | 1512 m | Andrew Hampsten | 1992 |
4 | 1553 m | Roberto Conti | 1994 |
3 | 1626 m | Marco Pantani | 1995 |
2 | 1669 m | Marco Pantani | 1997 |
1 | 1713 m | Giuseppe Guerini | 1999 |
Foto's
Klik op foto voor meer foto's. Links voor de klim vanaf Bourg d'Oisans. Rechts voor alle bochten. |
Kaart
Het verhaal
Juni 2000 Als laatste ga ik onder het doek door dat het begin van de beklimming aanduidt. Het begin van 13 kilometer afzien, ploeteren, zweten en hopen op een goede afloop. Dit keer ga ik niet voor het magische uur, daar de afgelopen vier dagen mij al enorm hebben afgemat. Toch druk ik snel mijn tellertje op nul. Ik ga om lekker boven te komen en rijdt over het bruggetje. Ik zie de bocht naar links al liggen waar het spel gaat beginnen. Ik schakel direct op de 28 en ga ontspannen staan op de pedalen. Het gaat lekker en ik rijd zij aan zij met een andere idioot op een gele fiets. Hij zweet overmatig en dat doet mij eraan herinneren dat ik moet gaan drinken. Kenners hebben mij bezworen dat dit kramp voorkomt, dus ik neem direct al een flinke slok. Bocht 21 komt in zicht, ik draai door de binnenbocht en de weg schiet meteen omhoog. Ik zet aan en hoor mijn gele maatje zuchten. Mijn stuur kraakt en samen rijden we naar de bochten 20 en 19. Het valt mij op dat de bochten nu een naam hebben gekregen, wat de laatste keer dat ik deze reus bedwong nog niet het geval was. Ik zie Hennie Kuiper, Joop Zoetemelk en Peter Winnen. Daarna heb ik er geen oog meer voor en rijdt in trance naar boven. In het dorpje La Garde wordt het minder stijl en kan ik even naar de 24. Heerlijk om even de druk van de bovenbenen te halen. Na bocht 16 loopt het wederom stijl omhoog. Al snel volgt 15 waarna het lang duurt totdat 14 opduikt. Brrrr, wat is het toch eigenlijk een nare klim. Inmiddels is mijn compagnon wat achterop geraakt en zie dat hij het ook moeilijk heeft. Ik zie even verderop iemand rijden en dat werkt als een rode lap. Het is een wat corpulente man met een triple verzetje. Langzaam zwoegt hij omhoog in zijn Mapei outfit. Ik passeer en zeg “bonjour”. Hij zucht “goeiemorgen” en ik probeer nog iets opbeurends te roepen als “Kom op! We zijn er bijna!”. Dit is natuurlijk complete onzin want we zijn nog niet eens op de helft, maar dat weet hij waarschijnlijk niet. Ik krijg het dorpje Huez in zicht en begin last van mijn rug te krijgen. Ik draai om het kerkhof, ga door het dorp en moet nu naar het stijlste stuk. Ik ga direct staan en trek mij naar boven door bochten 6 en 5. Naast mij komt een auto met Nederlanders (bruine kop met zonnebril) rijden die mij beginnen aan te moedigen. Ik heb het niet zo op die types en probeer er geen aandacht aan te schenken. Uit de auto vraagt iemand: “Hoe hard rijdt je nu?”. De idioot denkt dat hij antwoord krijgt maar ik zeg niks. Hij heeft immers zelf toch ook een teller in de auto. Nu wordt het minder stijl. De weg is breed en splitst zich naar links en rechts. Ik moet links en zie een ander fietsmaatje sneuvelen in de verte. Voor bocht 3 ben ik er langs en kom niet verder dan een korte groet. Ik heb geen rug meer over en denk aan niets meer. Ik schrik van een plotselinge flits en zie een fotograaf (foute man met ongesoigneerd lang haar en een sikje) midden in bocht 2. Hij drukt mij een kaartje in de hand wat snel in mijn trui verdwijnt en vraag me af hoe duur die foto zal zijn. Snel draai ik door bocht 1 en kijk naar beneden waar ik mijn gele fietsmaatje 2 bochten lager zie ploeteren. Ik kom boven onder de vlag door met een korte sprint en draai net voor de tunnel om. Ik zie twee andere fietsmaten al op het terasje zitten. De ene is fris en opgewekt, de andere zit met het hoofd op tafel en kan niets meer zeggen. Ik kijk vlug op mijn teller en zie 1 uur en 2 minuten. Ik ben blij en eigenlijk ook een beetje teleurgesteld. Inmiddels komt ook mijn gele fietsmaatje boven en hij heeft hetzelfde gevoel als ik. Er had wellicht toch nog meer ingezeten. Volgend jaar ga ik het denk ik weer proberen. PS: de foto was 80 FF en de man in het Mapei pak is nooit op de top verschenen. |