28 juli 2012
Het was in 2011 dat ik voor het eerst in aanraking kwam met de Transfăgărășan, gelegen in de Karpaten van Roemenië.
De mannen van het programma Top Gear reden eerst over de Passo dello Stelvio en bestempelden deze pas als "The most amazing road to drive".
Ik ben het volledig met hun eens want ook voor fietsers is dit een geweldige pas om te beklimmen.
In één van hun volgende uitzendingen hadden ze de pas over de Transfăgărășan onder de wielen en ook deze weg kreeg eenzelfde soort verdict "This is better then the Stelvio. This is the best road in the world�".
Kortom, mijn aandacht was gevestigd.
Voor mijn werk ga ik sinds 2010 regelmatig naar de Roemeense stad Cluj en een blik op Google Maps maakte duidelijk dat het 220 km is van Cluj naar de voet van de klim naar de Transfăgărășan.
Tijdens één van mijn trips naar Cluj kwam ik aanraking met Zoltan (roepnaam Zoly), een collega die zojuist een fietsclub had opgericht in Cluj.
Wij praten samen vaak over fietsen in de bergen en hij vertelde mij over zijn eerste, en tot dan toe laatste, ervaring met de Transfăgărășan.
Louter positieve dingen en we maakten de afspraak om eens samen deze klim te gaan doen.
Zaterdag 28 juli was het dan zover.
We huren een auto, een Citroën Xantia, waar de fietsen precies achterin kunnen.
Zoltan heeft geen rijbewijs en ik moet dus achter het stuur.
Nu is auto rijden bijna overal hetzelfde maar 200 km in Roemenië is heel wat anders dan 200 km in Nederland.
Hier ben je dik 3 uur onder de pannen en rijdt je, door het gebrek aan snelwegen, overal door dorpjes en soms over een buckelpiste.
Enfin, we waren om 05:00 vertrokken om op tijd aan de klim te beginnen. Het is hier namelijk behoorlijk warm (30+) en vroeg in de ochtend is het prima te doen.
Na 3 uur rijden en een kop koffie komen we bij het plaatsje Cârtisoara waar de weg over de pas begint.
We vinden een soort van camping waar vandaan een groep enthousiaste fietsers de berg gaan fietsen van de meest interessante kant, de noordkant.
Bij camping moet je denken aan en stel koepeltentjes en het stromende water komt uit het riviertje.
Zij gaan om 11:00 starten, maar ik kan zolang zeker niet wachten. De adrenaline stroomt al door mijn hele lichaam en gelukkig staat ook Zoly te trappelen.
Iets na 09:30 stap ik op een geleende Tjechische mountainbike en beginnen we aan de klim van meer dan 30 km naar de top.
Al gauw blijkt dat Zoly nog niet zo in conditie is en hij heeft het moeilijk met de eerste kilometers van de klim.
We besluiten ieder apart te gaan en ik wacht op hem bij de eerste tussenstop, de Bâlea Cascada, een plaatst waar men watervallen kan zien.
Dit deel van klim is geheel tussen de bomen en via een paar wijde haarspeldbochten bereik je zo'n 17 km de parkeerplaats bij de watervallen, waar het een drukte van belang is.
De dagjesmensen genieten van het mooie weer en duiken massaal de souvenirshops in.
Verder wat eettentjes en wat geparkeerde auto's langs de weg (er is verder nauwelijks ruimte om te parkeren).
Ik koop een koud colaatje voor een prijs waar je ze in Nederland zeker niet zult krijgen en vind een Engelstalig boekje over de Transfăgărășan.
Intussen komt Zoly boven en hij ziet er niet goed uit.
Het tweede deel volgen we hetzelfde plan en ik ga Zoly bellen wanneer ik boven ben.
De klim loopt lekker en mijn fototoestel maakt overuren.
Overal langs de weg bouwen mensen hun barbecues op en zit men met hele gezinnen langs de riviertjes en beekjes.
Als ik met zo'n 9 kilometer te gaan de bocht om draai zie ik ineens de top en de talrijke haarspeldbochten er naar toe.
Kippenvel en een enorme motivatieboost laten me steeds sneller fietsen.
Bij een fotostop wordt ik aangesproken door 2 Roemeense fietsers en die zijn totaal verbaasd wat een Hollander nou in de bergen doet.
De klim loopt heerlijk en is een "loper".
Ik duik de haarspeldbochten in en wordt voortdurend aangemoedigd door de enthousiaste Roemenen. Wat een heerlijk volk is dat.
Ook de automobilisten houden serieus rekening met de fietsers en roepen soms aanmoedigingen uit het raampje.
Hoe hoger ik kom hoe mooier het uitzicht naar beneden op de bochten wordt.
Ik zie geen spoor van Zoly en eenmaal boven koop ik een colaatje op een van de velen terrassen. Het is hier één grote kermis, maar wel gezellig.
Zoly belt en zegt dat hij nog een aantal kilometers te gaan heeft.
Ik besluit het tegemoet te gaan en maak onderweg nog maar weer eens wat foto's. Het is gewoon veel te mooi allemaal.
Ik tref Zoly op 3 km onder de top en we besluiten samen naar boven te gaan.
Boven bestellen we een soort van pannenkoek en die smaakt me prima.
Er is op de pashoogte een tunnel van 1 km naar de zuidkant van de berg.
Ik wil er niet onverlicht doorheen, maar Zoly trekt een paar mijnwerkerslampen uit zijn rugzak. Dat verklaart een heleboel waarom hij het zo moeilijk had ;)
Aan de andere kant is het uitzicht fenomenaal. We gaan even zitten en gaan vervolgens terug door de tunnel voor de afdaling terug naar Cârtisoara.
Het is inmiddels veel drukker geworden en tijdens het afdalen ruik je worsten en stukken varken op de barbecues.
Terug bij de auto duiken we in de rivier en kleden ons om voor de rit terug.
Terug mijmeren we nog even na van ons avontuur en maken we al plannen voor een volgende keer.
Het was een "amazing" avontuur op één van de mooiste wegen die ik tot op heden heb gezien.
Misschien moet de Giro d'Italia volgend jaar maar eens finishen op de Transfăgărășan. Gegarandeerd spektakel. |